Schrijven
Hier vind je informatie over het taaldomein Schrijven. Onder 'in de praktijk' vind je hulpmiddelen bij schrijven binnen het taalbeleid. Onder 'achtergrondartikelen' vind je verdiepende artikelen.
Kern van goed schrijfonderwijs
Handen en voeten geven aan de gezamenlijke afspraken uit het taalbeleid. Bijvoorbeeld:
- Taaltekeningen (onderbouw)
- Ervaringsteksten schrijven (= basislijn)
- Doelgericht schrijven/tekstgenres centraal (= functielijn)
Schrijven binnen (voor de leerlingen) betekenisvolle activiteiten. Drie bronnen:
- Ervaringswereld van kinderen
- De zaakvakken
- Literatuur en kunsten
Schrijven in samenhang met mondelinge taal en lezen:
- Zorg voor veel interactie (vooraf, tijdens en naderhand).
- Klassikaal (van instructie naar dialoog)
- In kleine groepjes (of in tweetallen)
- Laat leerlingen bronnen bestuderen (= begrijpend lezen) en hun woordenschat uitbreiden.
Schrijffasen allemaal doorlopen (zoals bijvoorbeeld in 'De Taalronde')
- Oriëntatie op de opdracht (kringgesprek, videofragment, (prenten)boek, een vraag, of probleem et cetera)
- Schrijfopdracht
- Schrijven en hulp geven (= inhoudelijk)
- Bespreken en revisie (“zonder deze fase is er geen sprake van schrijfonderwijs”)
- Verzorgen (= spelling/grammatica + vormgeving) en publiceren
Geef feedback en leg vast in taalportfolio. Gebruik bijvoorbeeld de observatie-instrumenten van het Lectoraat Taalgebruik & Leren, die gericht zijn op:
- Specifieke genre-kenmerken van de geschreven tekst
- Algemene taalgebruikskenmerken van de tekst